Hoop (N°61)
T. E.
Op 23 december 2016 viel ik in mijn keuken over de openstaande deur van de vaatwasser, met een fractuur van de humeruskop links als gevolg. Ik ben direct naar het ziekenhuis gebracht. Op 24 december ben ik geopereerd en heb ik een schouder prothese gekregen. Tegen de pijn heb ik 5 dagen een sousclaviculaire katheter gehad.
Maanden later had ik nog steeds ondraaglijk veel pijn.
Met fysiotherapie had ik mijn spierkracht en mobiliteit weer teruggekregen. Maar de pijn bleef. Mijn fysiotherapeut heeft geprobeerd met massage en TENS de pijn te verlichten.
Mijn orthopedisch chirurg dacht dat het een allodynie zou kunnen zijn en stuurde me door naar een ergotherapeut. Omdat ik niemand kende, heb ik op goed geluk een praktijk “geprikt”.
Ik ben een paar weken bij hen in behandeling geweest.
Omdat ik het gevoel had dat er geen verbetering optrad, werd ik wat ongeduldig. Ik voelde me niet goed begrepen. Ik heb geen “wetenschappelijke” en duidelijke uitleg gekregen over het doel en de werking van de behandeling die zij mij gaven. Ik had het gevoel dat mijn pijn niet serieus werd genomen en dat ze zelf niet echt in hun behandelmethode geloofden. Achteraf gezien, hadden ze misschien wel enkele cursussen gevolgd, maar waren ze niet altijd consequent in het toepassen van de methode. Ze vroegen mij bijvoorbeeld veel te vroeg in de behandeling of ik zou voelen voor een directe stimulatie met vibratie van het juist zeer gevoelige gebied.
Ik durfde niet verder te gaan in deze praktijk.
Ik ben zelf op internet gaan zoeken naar informatie over allodynie en vond meerdere artikelen en referenties, allemaal geschreven door dezelfde auteurs. De praktijk was nota-bene bij mij om de hoek van de straat, in Fribourg Zwitserland.
Toen ik belde voor een afspraak, had ik nog geen idee van wat me te wachten stond. Eerlijk gezegd was ik erg geïrriteerd, omdat ik dacht dat ik zou worden behandeld door een anesthesist die me met een prikje volledig van de pijn af zou helpen.
Daar ben ik van terug gekomen, want meteen bij het eerste consult werd met mij een vragenlijst doorgenomen over hoe ik de pijn beleefde. Door deze aanpak die duidelijk en wetenschappelijk was kreeg ik de indruk dat mijn pijn heel serieus werd genomen en dat men niet vond dat deze voortkwam uit mijn hypochondrische angst.
Ik kreeg ook duidelijk uitleg over wat ik thuis zelf moest doen.
De pijnlijke plek niet aanraken, ook niet met kleding of andere dingen en meerdere malen per dag 1 minuut (of minder) op een andere plaats contra-stimuleren met een konijnenvel.
Elke week boekte ik voortuitgang. Ik verdroeg steeds sterkere “filamenten” en het “gebied” van de allodynie werd kleiner.
Na 6 maanden begonnen we aan het volgende traject, om te voorkomen dat de allodynie weer terug zou komen. Thuis begon ik de voorheen pijnlijke plek aan te raken met diverse materialen (een hele zachte kwast, een tissue en een brillendoekje), 4 keer per dag, gedurende 1 tot 3 minuten en elke keer het gevoel te vergelijken op een ander lichaamsdeel.
Helaas kreeg ik 2 weken geleden, toen ik op dezelfde dag eerst een ergotherapie behandeling en daarna een fysiotherapie behandeling had gehad, een terugval. Het was weekend en ik wist niet goed wat ik moest doen. Ik ben met elke aanraking van de plek gestopt en ben weer begonnen met het contra-stimuleren met mijn konijnenvel.
Ik heb nog steeds vertrouwen in mijn ergotherapeut, met wie ik de terugval natuurlijk besproken heb. Zij begrijpt mij en geeft me weer hoop.